MyWorld magazine, mei 2015. Beeld: Esther Aarts
Toeristen mijden Afrika vanwege ebola en terrorisme. Maar hoe reëel zijn deze risico’s? En hoe wapen je je tegen gevaren op reis?
Een septemberavond in Malawi. Gewapende mannen dringen het huis binnen van mijn vriendin Macy. Ze forceren de stalen ramen, slaan een ruit kapot en verspreiden zich met knuppels en geweren door de woonkamer, keuken en slaapkamers. Ze schreeuwen dat ze de eigenaar zoeken, vinden Macy’s schoonvader en geven hem een paar klappen. Macy verstopt zich onder het bed in de grote slaapkamer.
Ze ziet de schoenen van de indringers terwijl die de lades opentrekken op zoek naar waardevolle spullen. Zij zien haar niet. Binnen een kwartier zijn de mannen weer weg. Met alle mobieltjes, een laptop, een televisie en een tas met meer dan duizend euro: projectgeld uit Nederland voor een kleuterschool in een dorp, wat ze net die dag van de bank had gehaald.
VEILIG OP REIS: ZES TIPS
2. Zet de gevaren in een matrix. Beperk je tot pakweg vijf gevaren die voor jou belangrijk zijn. Geef een indicatie van de waarschijnlijkheid en de impact. De kans op een terroristische aanslag is klein, de impact enorm. De kans op diarree is groot, de impact meestal niet.
3. Maak scenario’s. Weet waar het dichtstbijzijnde ziekenhuis is. Weet wat je moet doen als je een aanrijding krijgt. En weet hoe je moet reageren als je wordt beroofd.
4. Overleef een overval. Ga niet de held uithangen. Geef meteen alles af. Een dodelijke afloop is meestal het gevolg van tegenstribbelen.
5. Zorg voor je vrijwilligers. Informeer vrijwilligers in ‘jouw’ project over risico’s en bewaak hun veiligheid. Je draagt verantwoordelijkheid voor hen, ook al krijgen ze niet betaald.
6. Lees verder op handige websites als independenttraveler.com(tips om veilig te reizen), rijksoverheid.nl (actuele reisadviezen) encentreforsafety.org (tips voor veiligheidsmanagement van je organisatie)
Het is afschuwelijk als een vriendin zoiets overkomt. Maar Macy’s verhaal raakt me extra omdat ik zelf op het punt sta om naar Malawi te verhuizen. Ik kom er al twintig jaar, deed er onderzoek en vrijwilligerswerk en woonde er ook al twee keer. Nooit maakte ik me zorgen over mijn veiligheid. Nu, voor het eerst, grijpt de angst me bij de keel.
Ik ben niet de enige die bang is om naar Afrika af te reizen. De angst voor ebola leidde ertoe dat Arkefly al zijn vluchten naar Gambia annuleerde. Senegal ontving 45 procent minder bezoekers. Tot in Tanzania en Zuid-Afrika annuleerden reizigers hun safari’s. In andere landen, zoals Egypte, Sri Lanka en Mali, bleven toeristen weg door de politieke onrust. “Tot 2012 landde elke week een airbus vol toeristen in Sevaré”, zegt Willem Snapper vanuit Mali. “Dat is verleden tijd. De hele toeristenindustrie is in elkaar gestort.” Deze voorbeelden geven te denken. In Mali is heus niet elke plaats onveilig. Het ebolagevaar in Zuid-Afrika is nihil. En ik loop zelf echt niet meer gevaar in Malawi omdat een vriendin is overvallen.
Niet alleen intuïtie
Welke risico’s zijn er echt? Die vraag leggen we voor aan André Oostrom van Free Press Unlimited. Hij was jarenlang adviseur bij het Centre for Safety and Development en trainde ontwikkelingswerkers voor hun uitzending naar conflictgebieden als Jemen of Sudan. Nu begeleidt hij journalisten. Een kant-en-klaar risicolijstje heeft Oostrom niet. “De gevaren verschillen per persoon en per situatie”, zegt hij. “Waar ga je heen en wat ga je doen?” Zijn advies: maak een top vijf van de gevaren die voor jou spelen. En bedenk wat je zelf kunt doen om die te verminderen. Wanneer je betrokken bent bij een ontwikkelingsproject, denk dan vooraf na over effecten. Oostrom: “Hoe gaat jouw project de situatie veranderen? Wie gaat er meer verdienen? Wie krijgt meer invloed? Denk bijvoorbeeld aan een project waarbij een aantal boeren gratis zaaigoed krijgt, terwijl anderen er niet van profiteren. Dat kan sociale onrust geven, wat op mensen ter plekke reflecteert.”
Zelf een risico-top-vijf samenstellen, zelf een veiligheidsplan maken. Dat klinkt behoorlijk rationeel. En dat is ook precies de bedoeling. Want het grootste probleem, zegt Oostrom, is dat we te veel afgaan op ons gevoel: “Je intuïtie volgen is prima, maar niet genoeg. Je moet ook een rationele afweging maken.”
En rationele afwegingen, daar zijn we heel slecht in. Dat zegt niet alleen André Oostrom, dat zeggen ook cognitief-psychologen als Paul Slovic en Daniel Kahnemann. Zij doen onderzoek naar de kloof tussen onze beleving van gevaar en de gevaren die we volgens de statistieken daadwerkelijk lopen. Hun conclusie: we hebben de neiging om risico’s te overschatten die naar ons idee oncontroleerbaar zijn en een fatale afloop hebben. Zoals besmetting met ebola, een vliegtuigongeluk, of een terroristische aanslag.
Tegelijkertijd onderschatten we alledaagse gevaren die we, voor ons gevoel, zelf in de hand hebben. Het risico op een auto-ongeluk bijvoorbeeld. Ook gewenning speelt een rol: risico’s waaraan we elke dag worden blootgesteld, voelen we op een gegeven moment niet meer. Wie voor het eerst een vreemd land bezoekt, is banger dan iemand die er al een tijdje woont.
Willem snapper, Stichting Mopti, Mali
Als je de Nederlandse media volgt krijg je al snel de indruk dat heel Mali onveilig is. Terwijl de problemen bijna uitsluitend in het noorden zijn. Mopti ligt in de relatief veilige ‘gele zone’. Ik ben niet bang dat mij iets zal overkomen. Maar hulpverleners worden bang gemaakt en laten het afweten. Het is heel triest, want de armen zijn daarvan de dupe.”
Dat verklaart het besluit om een safari in Zuid-Afrika te cancelen na het zien van angstaanjagende ebolaberichten uit Sierra Leone. “Volstrekt irrationeel”, volgens Oostrom. Maar over de gemakzuchtige houding maakt hij zich meer zorgen. “Als je ergens een paar dagen bent en er is niets gebeurd, dan denk je: mij zal niets overkomen.” Daardoor miskennen we gevaren die om de hoek schuilen. Oostrom: “De kans dat je in het verkeer iets gebeurt is statistisch veel groter dan de kans om vermoord te worden bij een overval.”
Dolgedraaide jihadist
Het nuchter inschatten van gevaren blijft echter subjectief. Neem Bangladesh, een land met veel politieke onrust en stakingen, waarbij soms brandbommen worden gegooid. Reis je wel of niet in hoofdstad Dhaka tijdens zo’n stakingsdag? Catharien Terwisscha van Stichting Batashi woonde vijf jaar in Bangladesh en werkte tijdens die dagen zoveel mogelijk thuis. “Ik vermeed ook om bijeenkomsten te organiseren waarbij veel mensen door de stad moesten reizen.” Antoinette Termoshuizen van Stichting Niketan gaat wel de straat op: “De kans dat je in het verkeer tijdens de hartal (stakingen) iets overkomt, is nog altijd kleiner dat de kans dat je op een normale dag in het verkeer een ongeluk krijgt.”
Antoinette Termoshuizen, Stichting Niketan, Bangladesh
Natuurlijk zijn al die onrusten ongemakkelijk. Afspraken worden continu verzet. Met onze lokale partnerorganisatie DRRA maken we weloverwogen beslissingen of we tijdens deze landelijke stakingen wel of geen vrijwilligers uit Nederland laten komen. Tenslotte willen we niet dat hen iets overkomt. Of de bezorgdheid overdreven is? Ik denk het niet. Maar wanneer je je laat weerhouden door een negatief reisadvies, of angst, dan kun je je werk in Bangladesh niet doen.“
Willem Snapper van Stichting Mopti in Mali schatte de risico’s ook niet hoog in, maar maakte toch de afweging om de kans op incidenten verder te verkleinen. In maart besloot hij te stoppen met het vertonen van films op zijn binnenplaats. Wekelijks kwamen daar honderden jongeren op af. Het gevaar bestaat, aldus Snapper, dat een dolgedraaide jihadist op het idee komt om een handgranaat naar binnen te gooien. “De kans op een aanslag is klein, maar de impact, wanneer het tóch zou gebeuren, is te groot. Ik zou het mezelf nooit vergeven wanneer er een bloedbad wordt aangericht onder onschuldige kinderen.”
Inmiddels woon ik in Malawi en probeer ik mijn eigen nuchtere veiligheidsplan te maken. In mijn huis, met hoge muren en een nachtwaker, is de concrete angst voor een overval gezakt. Ik herken me in het type dat zich nergens druk om maakt omdat er nog nooit iets is gebeurd. Dat kan me duur komen te staan. Dus bespreek ik met de nachtwaker wat we doen als er toch overvallers aan de poort staan. Ik laat mijn schoudertas thuis als ik alleen de straat op ga. En ik zet de nummers van de politie en de ambassade in mijn mobiel. Want je veilig voelen is fijn, maar je veilig weten is beter.