Vice Versa, 10 juni 2016
De hongersnood in het oosten van Afrika lijkt een overbekend refrein. Wat weinig mensen weten is dat het aantal armen en hongerigen in de wereld juist daalt. Ontwikkelingsorganisaties moeten daarom veel meer etaleren wat er is bereikt. Niet alleen op hun eigen websites, maar ook op primetime televisie.
Hoe denkt het Nederlandse publiek over de vooruitgang die we boeken in de strijd tegen armoede en honger? Helaas denken we met z’n allen dat er niet bijster veel is bereikt. Volgens een survey van Motivaction[1] zijn de meeste Nederlanders overtuigd dat wereldwijde armoede de afgelopen jaren is toegenomen. Slechts een op de vijf mensen weet dat armoede juist is gehalveerd. Nederlanders miskennen niet alleen de dalende armoedetrend, ze onderschatten ook de vooruitgang op het gebied van gezondheid en veiligheid. Hun beeld van ontwikkelingslanden wordt gekleurd door oorlog, hongerbuikjes en aids, en de overtuiging dat er niets is veranderd sinds ze in de schoolbankjes zaten.
Hoe erg is dat? Is het een probleem dat veel mensen de situatie in ontwikkelingslanden zo somber inschatten? Je zou kunnen stellen dat dat juist prima is. Er ís immers nog veel ellende en het is belangrijk dat mensen dat weten. Dat kan hen motiveren om te doneren aan noodhulpacties, zoals nu voor oostelijk Afrika. Wanneer ze daarentegen denken dat het de goede kant op gaat, dan vinden ze wellicht ook dat verdere inspanning niet nodig is.
Dat is een begrijpelijke logica. Maar het is ook een logica die niet klopt, zo blijkt uit recente studies bij onze Britse buren. Onderzoekers probeerden te ontrafelen waarom de betrokkenheid van het publiek bij wereldwijde armoede langzaam verzwakt[2]. De belangrijkste reden is dat mensen geen enkele verbetering zien. ‘Er is niets veranderd’, is het algemene gevoel. ‘Ik was erbij toen Live Aid iedereen shockeerde, en nog steeds is het probleem niet opgelost’, vat een respondent dat gevoel samen. Juist deze perceptie dat er niets verbetert, concluderen de onderzoekers, zaait grote twijfel over het nut van ontwikkelingssamenwerking.
Paradox
Het is een paradox: de wereld wordt alsmaar rijker – mede dankzij inspanningen van ontwikkelingsorganisaties. Maar mensen denken dat zij steeds armer wordt – ondanks alle inspanningen van ontwikkelingsorganisaties. Mensen geven wellicht nog steeds aan goede doelen, om morele redenen of uit schuldgevoel, maar niet omdat ze echt geloven dat het helpt.
Dit zou ontwikkelingsorganisaties – inclusief die van onze overheid – grote zorgen moeten baren. En het zou ook moeten leiden tot kritische zelfinspectie. Want waaróm weten mensen niet dat armoede afneemt? Onder andere omdat ontwikkelingsorganisaties het hen niet vertellen. Zij gebruiken hun kostbare zendtijd en reclameruimte vrijwel uitsluitend om nieuwe berichten over honger, ziekten en andere verwoestende gevolgen van armoede te verspreiden. Uit een analyse van 169 NGO-advertenties in de Nederlandse media bleek dat slechts 1 op de 8 duidelijk communiceerde over de bereikte resultaten. Bijna driekwart maakte geen enkele melding van wat er was bereikt[3]. Ze beperkten zich tot het tonen van mensen in nood, veelal kinderen, die het beter moesten krijgen door ‘onze’ hulp. Begrijp me niet verkeerd: zulke advertenties kunnen op de korte termijn zeer krachtig zijn om fondsen te werven om de ellende te verlichten. Maar op de lange termijn versterken ze ook het beeld dat het in ontwikkelingslanden een hopeloze toestand is die nooit verandert.
Schuld
Uiteraard is het niet eerlijk om ontwikkelingsorganisaties als enige de mispercepties bij het grote publiek in de schoenen te schuiven. Het is immers allereerst de taak van de nieuwsmedia om ons een realistisch wereldbeeld voor te spiegelen. Bovendien laten NGO’s wel degelijk zien wat ze hebben bereikt. Wie ernaar zoekt vindt tal van cijfers en voorbeelden op hun websites, in hun nieuwsbrieven en in hun jaarverslagen. En ook het ministerie presenteerde onlangs een forse resultatenrapportage over werk dat zij heeft verzet.
Helaas valt daar niet heel veel effect van te verwachten. Wie gaat de resultatenrapportage van het ministerie lezen? Hoeveel mensen klikken door naar de resultatenpagina’s van NGO’s? Wie neemt de moeite om een jaarverslag te downloaden? Het bereik van een tv-spot met een hulpbehoevend kind is waarschijnlijk duizenden malen groter dan het bereik van een website waarop staat hoe hulpinspanningen zijn leven hebben verbeterd.
En de nieuwsmedia? Die bieden bepaald geen betrouwbare spiegel van de werkelijkheid. Journalisten hebben een scherp afgestelde antenne voor problemen, rampen en slecht nieuws. Uiteraard berichten ze ook wel eens over positieve ontwikkelingen, zoals economische groei in Afrika. Maar deze verhalen worden overschaduwd door het vele negatief gekleurde nieuws over gecorrumpeerde verkiezingen, escalerende conflicten en alweer een hongersnood.
Reclamebudget
Een eenvoudige oplossing bestaat niet. Toch zijn er een aantal stappen die ontwikkelingsorganisaties kunnen zetten. Ten eerste kunnen ze hun communicatie- en reclamebudget anders inzetten. Zij zouden bijvoorbeeld een deel ervan expliciet kunnen gebruiken om het publiek te informeren over voortgang en resultaten, zonder tegelijkertijd te vragen om nieuwe donaties. In Denemarken investeren NGO’s al jaren in een grote publiekscampagne, The World’s Best News, om het mensen te informeren over vooruitgang in de wereld. Deze campagne is onlangs ook in Nederland gestart, met steun van brancheorganisatie Partos en een aantal individuele NGO’s.
Een tweede stap is om concrete resultaten te koppelen aan bredere trends. Bijvoorbeeld door niet alleen te vertellen over de voedselhulp voor oostelijk Afrika, maar ook over het feit dat er vandaag veel minder hongersnoden zijn dan 50 jaar geleden. Ten derde, en misschien wel het allerbelangrijkste, door zulke berichten te communiceren via dezelfde kanalen waarmee ook oproepen om hulp worden verspreid. Wanneer een noodhulpactie voor oostelijk Afrika miljoenen tv-kijkers bereikt, dan moeten dezelfde kijkers straks horen wat er met de inzet is bereikt – en niet alleen de donateurs.
Zal dat de beeldvorming veranderen? Niet onmiddellijk. Percepties die door de jaren zijn opgebouwd verander je niet overnacht. Maar kan het een begin zijn om tegenwicht te bieden aan de grote stroom negatief nieuws. Het zou kunnen helpen om het gevoel van hopeloosheid bij mensen te verminderen wanneer ze denken aan ontwikkelingslanden. En het kan wellicht hun vertrouwen herstellen dat hun inzet voor armoedebestrijding er wel degelijk toe doet.
Verder lezen:
- BOND (2014). Aid Attitude Tracker – Wave 1: Summary of results. my.bond.org.uk/resource/aat-quant-wave-1-resultsjan-2014
- BOND. (2014). Change the Record. Exploring New Ways to Engage the UK Public in Tackling Global Poverty. https://www.bond.org.uk/resources/change-record
- Gapminder (2013). Highlights from Ignorance survey in the UK. http://www.gapminder.org/news/highlights-from-ignorance-survey-in-the-uk/
- IPPR/ODI (2012). Understanding public attitudes to aid and development. http://www.ippr.org/files/images/media/files/publication/2012/06/public-attitudes-aid-development_June2012_9297.pdf?noredirect=1
- Vossen, M. (2016). Media frames and public perceptions of global poverty: is there a link? Journal of International Development (forthcoming)