Ons beeld van het Midden-Oosten wordt ingekleurd door religieuze fanatici, onderdrukte vrouwen en conservatieve normen en waarden. Maar de regio moderniseert veel sneller dan we denken.
Marie Mitri scheurt in haar auto door de buitenwijken van Beirut, de hoofdstad van Libanon. Aan de rand van de stad opent zich de lange kustlijn naar het noorden. We zijn op weg naar Biblos, een prachtig havenstadje dat ze mij graag wil laten zien. Marie is een mooie vrouw van 51, met lange zwarte haren, zware make-up en hoge laklaarzen. Aan haar autospiegel hangen kruisjes: 40 procent van de Libanezen is christelijk. Naast haar zit haar 19-jarige dochter Rebecca, met strakke spijkerbroek en gebreide muts. Wandelend door Biblos neemt ze selfies voor Instagram.
Marie is gescheiden en dat maakt me nieuwsgierig. Hoe vrij kun je als alleenstaande vrouw gaan en staan in het Midden-Oosten? “Mijn huwelijk liep stuk toen Rebecca nog maar vier maanden was”, zegt Marie. “Twintig jaar geleden werd je daar nog op aangekeken: een ongetrouwde vrouw, die kon niet zomaar alleen uitgaan. Maar dat is niet meer zo. Ik ga gewoon op stap met vriendinnen, als ik wil tot diep in de nacht.”
Ook Fadia Lobani (50) is alleenstaande moeder, maar haar leven verschilt in vrijwel alles van dat van Marie. Fadia is Palestijnse en verloor haar man tijdens de Libanese burgeroorlog. Als 18-jarige bleef ze achter met twee kinderen. Haar leven is goeddeels beperkt tot Burj el Barajneh, een Palestijns vluchtelingenkamp dat is opgeslokt door de buitenwijken van Beirut. Bij een moskee naast de ingang haalt ze me op. Door smalle straatjes met loshangende elektriciteitskabels lopen we naar de kleuterschool waar ze al meer dan dertig jaar directrice is.
Ook Fadia vraag ik naar het leven van vrouwen in Libanon. “Veel van onze mannen zijn in het buitenland voor werk. Vrouwen moeten het hier alleen zien te redden. Dat maakt ons onafhankelijk.” In het vluchtelingenkamp is geen industrie, de bedrijvigheid draait rond ziekenhuizen, scholen en andere sociale voorzieningen. En daar zwaaien vooral vrouwen de scepter. In het lokale bestuur zijn mannen en vrouwen gelijk vertegenwoordigd. Een dag eerder is Fadia nog verkozen tot een van de vier lokale leiders van haar wijk. “Ik ga voor het herstel van huizen en werkgelegenheid voor jongeren.”
Hardnekkig beeld
Marie en Fadia zijn twee van de vrouwen die ik dit voorjaar in Libanon ontmoet. Ik spreek hen omdat ik mijn beeldvorming over het Midden-Oosten tegen het licht wil houden. In de media domineren verhalen over onvrijheid, religieus fanatisme en onderdrukking van vrouwen. De conservatieve en religieuze regio lijkt in alle opzichten tegengesteld aan het progressieve en seculiere Westen.
Cijfers van de Wereldbank laten zien dat dat beeld niet klopt. Neem bijvoorbeeld de mythe van de hoge kindertallen in de moslimwereld. In 1960 kregen vrouwen in het Midden-Oosten gemiddeld nog 7 kinderen, vandaag zijn het er minder dan 3. In 1970 gingen maar 45 van de honderd meisjes naar de basisschool, vandaag 91. En 36 procent van de onderwijzers in het hoger onderwijs is vrouw – evenveel als in Nederland in 2006. Ook normen en waarden verschuiven, zo blijkt uit de Arab Barometer, een langlopend opinieonderzoek in de regio. 80 procent vindt een universitaire opleiding voor vrouwen even belangrijk als voor mannen. Meer dan de helft vindt dat een vrouw staatshoofd kan zijn en twee derde is voorstander van een quotum voor het aantal vrouwen in het parlement.
In Libanon wil ik die verandering met eigen ogen zien. Nu zijn vrouwen die ik spreek niet representatief voor alle vrouwen in voor de regio: vergeleken met andere landen is Libanon relatief open en vrij. Al evenmin zijn ze representatief voor hun land: de meeste behoren tot de stedelijke middenklasse. Maar toch – misschien wel juist daarom – is hun verhaal relevant. Want juist zij laten zien hoe de regio verandert. Dit zijn de drie lessen die ik leerde.
Van conservatief naar liberaal
Les één. Het Midden-Oosten is geen homogeen blok. De verschillen tussen landen zijn groot. Dat is de ervaring van Sahar Youssef (39), programmamedewerker voor hulporganisaties als het Mercy Corps en het Rode Kruis. Ook Sahar is Palestijnse. Ze groeide op in Saudi-Arabië en verhuisde als 18-jarige naar Beirut om te studeren. Het was een overstap van een van de meest conservatieve naar een van de meest liberale landen in de regio.
Ik spreek Sahar bij een glas vruchtensap in café Hamra, in het centrum van Beirut. “Het was een enorme schok. In Saudi-Arabië was ik gewend om mijn gezicht helemaal te bedekken. In Libanon droeg ik zelfs geen hoofddoek. Ik volgde Engelse les in een gemengde klas – voor het eerst in mijn leven. Ik was enorm verlegen en durfde bijna niets te zeggen.” Het duurde twee jaar, zegt Sahar, voordat ze normaal met mannen kon praten.
De verschillen zie je ook in de cijfers. In Irak krijgen vrouwen dubbel zoveel kinderen als in Tunesië. Driekwart van de Libanezen vindt het prima als vrouwen alleen reizen, maar in de Palestijnse gebieden is dat minder dan een kwart.
De modernisering rukt op
Les twee. De moslimwereld is niet statisch. Overal, van Libanon tot Jemen, is een verschuiving gaande. Vrouwen krijgen minder kinderen, meer meisjes gaan naar school, vrouwen nemen meer vrijheid. “Mijn moeder was 16 toen ze zich verloofde”, zegt Sahar. “Ze stopte met school en dat was niet haar eigen keus. In haar tijd was trouwen belangrijker dan het volgen van onderwijs. Nu is het precies andersom. Mijn vader en moeder hebben me enorm gestimuleerd om te studeren.”
Niet alleen jongere generaties ontrukken zich aan tradities, ook oudere generaties veranderen mee. Zo kan haar nu 78-jarige grootmoeder niet lezen en schrijven. ”In haar tijd moesten meisjes ongeletterd blijven, want stel je voor dat ze brieven zouden schrijven naar hun verloofde. Dat was ongepast. Maar nu is mijn grootmoeder echt boos dat ze nooit naar school mocht.”
Les drie. Onze beeldvorming van het Midden-Oosten is hopeloos achterhaald. Dat ondervindt ook de Duitse Dana Khalaf (27, foto bovenaan dit artikel). Ik ontmoet de uitbundige Dana in een hostel in Tripoli, de tweede stad in het land. Dana, getooid in een hoofddoek met roze bloemen, werd geboren in Braunschweig in een Libanees vluchtelingengezin. Ze volgde het gymnasium, werkte als junior journaliste voor de Braunschweiger Zeitung en studeert nu online voor dierenarts. Op haar 19e verhuisde ze naar Libanon. Daar trouwde ze en scheidde. Nu is ze verloofd met een Libanese militair.
Met gespeelde verontwaardiging neemt Dana de vooroordelen over de regio op de hak. “Het grootste misverstand over de Arabische wereld is dat vrouwen hier onderdrukt worden en geen rechten hebben. Ik ben opgegroeid in Duitsland; denk je dat ik in Libanon zou kunnen leven wanneer ik hier onderdrukt zou worden?” Op straat treffen we Khodor Issa (28), haar knappe verloofde die gelegerd is in de grensregio Baalbek. Hand in hand wandelen ze door de winkelstraat en trots laten ze hun ‘dog tag’-kettinkjes zien. Op het hare staat ‘Lucky to be in love with my best friend‘. Op het zijne: ‘I will love you till the end’. Dana: “Libanese mannen kunnen heel romantisch zijn.” Het stel hoopt snel een huurhuis te vinden en te trouwen. Maar een Duitse vriendin waarschuwde Dana: zou je dat wel doen? misschien zal hij je slaan. Dana, fel: “Ik zei tegen haar: waarom denk je dat? Je bent van kinds af aan bij ons thuis gekomen. Heb je ooit gezien dat mijn vader mijn moeder sloeg?”
We zijn er nog niet
We hebben behoorlijk veel vrijheid, zeggen de vrouwen die ik spreek. En toch zeggen ze er allemaal nog iets bij: we zijn er nog lang niet. Libanon telt nauwelijks vrouwen in het parlement. Sociale normen zijn strenger voor vrouwen dan voor mannen. Bovendien zijn verschillen groot tussen het ouderwetse platteland en het mondaine Beirut, waar stelletjes hand in hand langs de boulevard lopen en de nachtclubs in het weekend vol zitten.
Ook in hun eigen families leveren de veranderingen spanningen op. Sahar trouwde op haar 36e. “In mijn omgeving is dat heel erg oud.” Vrije relaties worden amper getolereerd; pas na twee jaar verkering stelde ze haar man aan haar familie voor. Ze wist dat er direct druk zou komen om met hem te trouwen. Zo is het ook maar de vraag of Dana’s aanstaande schoonvader zijn toestemming zal geven aan het huwelijk van zijn zoon met een gescheiden vrouw. Dana en Khodor zijn resoluut: wanneer hij niet instemt, dan trouwen ze zónder zijn toestemming.
In het westen komen dit soort wrijvingen nog maar amper voor. En dit bepaalt ons beeld van het Midden-Oosten: we vergelijken de regio met het Westen hier en nu. En dan zien we een forse kloof. Pas wanneer we het huidige Midden-Oosten vergelijken met die van tien, twintig of vijftig jaar geleden, zien we snelle veranderingen. De vrouwen die ik ontmoet, of ze nu moslim zijn of christen, vertellen een verhaal dat we een generatie geleden ook in Nederland hadden kunnen vertellen. En de veranderingen in Libanon gaan nu misschien wel sneller ze hier ooit gingen.
“Mijn eigen zoon verraste me”, lacht Fadia Lobani uit Burj el Barajneh. We treffen de zoon toevallig aan de poort van de kleuterschool. “Hij zorgt voor zijn kindje. Hij verschoont luiers en hij kookt. Steeds meer mannen nemen hun verantwoordelijkheid in het huishouden.” Aan de andere kant van de stad neemt Marie me mee naar het appartement waar ze samenwoont met haar dochter, moeder en grootmoeder. Vier generaties vrouwen zitten op de bank. Grootmoeder van 98 kreeg haar eerste kind toen ze 16 was, haar achterkleindochter van 19 moet er niet aan denken. Zij wil studeren in het buitenland. Terug in Nederland krijg ik een appje van Dana uit Tripoli: haar schoonvader stemt toch in met hun huwelijk. En daarmee zette hij een van de vele kleine stappen waarmee de verandering in de regio zich langzaam maar zeker voltrekt.