Onderzoeker, adviseur en spreker over maatschappelijk gevoelige thema’s

De noodzaak van lef

Oikos Magazine, november 2013

In oktober las ik een artikel in de Volkskrant met de kop ‘Goed doen pakt vaak fout uit’. Een pagina lang ging ontwikkelingseconoom Angus Deaton daarin te keer tegen ontwikkelingshulp. Hulp, aldus Daeton, helpt foute leiders in het zadel en maakt regeringen lui. Landen die het meeste hulpgeld ontvingen, lieten de minste economische groei zien. En na een halve eeuw hulp heeft nog steeds een kwart van de wereldbevolking geen toegang tot schoon water.

Nadat ik klaar was met lezen vroeg ik me af met welk gevoel de doorsnee Volkskrant-lezer zijn krant zou hebben dichtgeslagen. Een aantal zal gesterkt zijn in de overtuiging dat ‘het allemaal niet helpt’. Anderen zijn door Deatons betoog wellicht aan het twijfelen gebracht: moeten we nog wel donateur blijven van Unicef?

Mij intrigeerde het artikel om nog een andere reden: waarom koos Deaton ervoor om dít verhaal over het voetlicht te brengen? Hij had ook kunnen vertellen, bijvoorbeeld, dat Afrikaanse landen steeds meer ‘eigen’ belastinggeld ophalen. Dat ze daardoor steeds minder afhankelijk worden van ontwikkelingshulp. Dat sinds 2000 de kindersterfte met 2,65 miljoen per jaar is gedaald. Of dat de afgelopen twintig jaar twee miljard mensen toegang kregen tot schoon drinkwater.

Deze tegenvoorbeelden geef ik niet om mijn gelijk halen. Het punt is dat Deaton en ik allebei ons gelijk kunnen halen. Ik wil ermee laten zien hoe berichten in de media ons relatief gemakkelijk in een bepaald denkraam kunnen lokken. Feiten alléén zeggen niets. Het om het verhaal dat je ermee vertelt.

Trieste mensen
Wanneer het over ontwikkelingshulp gaat, lijken een aantal verhalen, of ‘frames’, echter hardnekkig het beeld te bepalen. Een eerste is het frame van ontwikkelingslanden, vooral in Afrika, als oorden van honger, droogte, oorlog en aids, met trieste mensen die lijdzaam wachten tot het beter wordt. Een tweede frame is dat van verspilde ontwikkelingshulp, met corrupte leiders die er hun zakken mee vullen en hulporganisaties die het aan de strijkstok laten hangen.

Woorden als ‘corrupt, zakkenvullers en strijkstok’ roepen sterke emoties op. Daarin zit ook de kracht van framing. Frames gedijen bovendien goed bij herhaling: wie vaak genoeg een bepaalde boodschap hoort, gaat vanzelf geloven dat het waar is.

Dat heeft zijn sporen nagelaten. Een groot deel van de Nederlanders is inmiddels overtuigd dat ontwikkelingsorganisaties hun geld vooral besteden aan organisatiekosten. Het aantal Nederlanders dat twijfelt aan het effect van ontwikkelingshulp, is het afgelopen decennium sterk gestegen. En Nederlandse ondernemers missen kansen in Afrika, omdat ze afgeschrikt worden door verhalen over corruptie en ellende.

Lef
Dat tij moeten we keren. En dat kunnen we onder meer doen door krachtige ‘tegenframes’ in de discussie te brengen. Daar is lef voor nodig. Dat lef tonen politici en ontwikkelingsorganisaties in Denemarken met de campagne ‘Het beste nieuws van de Wereld’. Dit grootschalige media-offensief breekt met de journalistieke mores van ‘goed nieuws is geen nieuws’ en bericht uitsluitend over vooruitgang in ontwikkelingslanden. Lef toonde ook Oxfam Novib met de campagne ´ontwikkelingshulp is toch gewoon een zak geld geven?’ Daarin bespeelde acteur Stef Biemans het frame van de hulpcynici. En lef toonde Oikos met de campagnefoto Yeah!! We gaan belasting betalen, dat met humor het cliché van de graaiende multinational-directeur op de hak neemt.

Maar niet alleen maatschappelijke organisaties zijn aan zet. Ook burgers kunnen tegenwicht bieden in hun rol als media-consument. Zij hoeven berichten over ontwikkelingshulp niet meteen te slikken. Zij kunnen ook eerst stilstaan bij de frames die de journalist of programmamaker heeft gebruikt, voordat ze een oordeel vellen en dit aan de borreltafel herhalen. Het is immers niet alleen de werkelijkheid, maar vooral het beeld van de werkelijkheid dat ertoe doet.

Nu delen: